De Blay + Partners
Gecertificeerde accountants en belastingadviseurs
Met vertrouwen naar helderheid
Wat is het belastingstelsel van het crisis-overbruggingsrecht?
Neemt de overheid met de ene hand terug wat ze met de andere gegeven heeft? Wat is het belastingstelsel van het overbruggingsrecht voor zelfstandigen die moesten sluiten door de coronamaatregelen van de overheid? Een circulaire van juli 2020 met een update in september brengt verduidelijking.
Twee soorten overbruggingsrecht
Naar aanleiding van de lockdown voerde de regering al in maart een overbruggingsrecht in voor zelfstandigen die geheel of gedeeltelijk moesten sluiten. Er werd daarbij een onderscheid gemaakt tussen:
1° De ondernemers die van de overheid verplicht werden te sluiten. De lockdown was in midden maart redelijk algemeen. Vanaf mei werd de lockdown geleidelijk opgeheven. Onder deze categorie vallen ook de ondernemers die indirect moesten sluiten omwille van de overheidsmaatregelen: het gaat om ondernemers die op zich niet verplicht waren te sluiten maar die bijvoorbeeld geconfronteerd worden met leveranciers of klanten die wél moesten sluiten.
2° De ondernemers die niet moesten sluiten maar die er toch zelf de voorkeur aangaven om te sluiten. In juni 2020 werd ook het “heropstartoverbruggingsrecht” ingevoerd. Die maatregel biedt ondersteuning voor de heropstart van ondernemingen in bepaalde sectoren in de maanden juni tot oktober.
Belasting op crisis-overbruggingsrecht
Het eerste overbruggingsrecht geeft recht op een financiële uitkering van 1.291,69 euro zonder gezinslast en 1.614,10 euro met gezinslast.
De belasting op deze uitkering hangt af van de aard van de onderbroken activiteit.
Bent u zelfstandige of beoefent u een vrije beroep (uw activiteit levert “winsten” of “baten” op), dan zijn de financiële uitkeringen in principe belastbaar als vergoedingen verkregen ter compensatie of naar aanleiding van een handeling die een vermindering van de beroepswerkzaamheid of van de winst of de baten tot gevolg kan hebben.
Omdat het gaat om een gedwongen onderbreking is er een afzonderlijk belastingtarief van toepassing. Dat tarief is in principe 16,5% in zover de vergoedingen niet meer bedragen dan uw belastbare nettowinst of -baten van de vier jaren voorafgaand aan het jaar van de vermindering van de werkzaamheid uit de niet meer uitgeoefende werkzaamheid. Als het voordeliger is om deze inkomsten te belasten samen met andere inkomsten (bijvoorbeeld omdat er verlies geleden werd), dan zal dat voordeliger belastingstelsel automatisch toegepast worden.
Is het totaal van de uitkeringen echter groter dan de belastbare nettowinst of -baten van de laatste vier jaren, dan is dat overschrijdend deel belastbaar tegen de progressieve aanslagtarieven.
Kreeg u een overbruggingsrecht omwille van uw activiteit als zelfstandige helper of als zelfstandige bedrijfsleider, dan is de ontvangen uitkering belastbaar als vergoeding tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen.
Ook meewerkende echtgenoten konden een overbruggingsrecht aanvragen: die uitkering is niet belastbaar.
Belasting op heropstartoverbruggingsrecht
Het “heropstartoverbruggingsrecht” biedt eenzelfde uitkering van 1.291,69 euro zonder gezinslast en 1.614,10 euro met gezinslast. Ook hier is het belastingstelsel van de uitkeringen afhankelijk van de aard van de activiteit die de zelfstandige uitoefent.
Hebt u een activiteit als zelfstandige of vrij beroep, dan is de uitkering opnieuw belastbaar als vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van winst of baten.
Bent u zelfstandige helper (het fiscaal statuut is dat van werknemers) of bedrijfsleider bedoeld in artikel 30, 2° van het WIB1992 (zelfstandige bedrijfsleider), dan zijn deze uitkeringen belastbaar als vergoedingen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen.
Financiële uitkeringen in het kader van het “heropstartoverbruggingsrecht” aan meewerkende echtgenoten zijn niet belastbaar.
Belasting op andere corona-subsidies
De gewesten voorzagen redelijk snel in allerlei premies die de liquiditeitspositie van ondernemers moet ondersteunen. In Vlaanderen konden ondernemers een corona-hinderpremie aanvragen. In Wallonië ging het simpelweg om een “indemnité compensatoire”. Brussel heeft premies die toegespitst zijn op bepaalde economische actoren.
Via een wettelijk ingrijpen zijn deze corona-gerelateerde premies niet belastbaar in de personen- en vennootschapsbelasting.